top of page

Rivierengebied

Rivieren zijn belangrijk voor een land. Ze voeren zoet water aan, dat bruikbaar is als drinkwater, industriewater en koelwater. Rivieren maken scheepvaart mogelijk en hebben een toeristische functie. Ze zijn landschappelijk aantrekkelijk en hebben een grote natuurlijke waarde.

 

Door Nederland stromen twee grote rivieren, de Rijn en de Maas.

 

De rivier bepaalt voor een groot deel de inrichting van het landschap.

Inrichting

In de figuur hier rechts zie je een weergave van het rivierengebied met elementen die je tegen kunt komen.

 

Het gebied tussen de rivierbedding en de rivierdijk wordt de uiterwaard genoemd. In dit gebied kan natuur ontwikkeld worden en kan er veeteelt plaatsvinden. Het gebied overstroomt bij hoog water. 

 

Een rivierbedding is de bodem van een stroom, rivier of beek en is begrensd door de oevers van de normale waterstroom, het zomerbed.

 

Als er hoogwater is dan kan de nevengeul gebruikt worden als een extra afvoerkanaal in de rivier.

 

Gemalen hebben sterke pompen die het water weg kunnen malen.

 

In de rivier liggen kribben, dit zijn stukken land, die ervoor zorgen dat de riviergeul diepte behoudt en dat de rivierbedding qua ligging niet verandert.

Figuur 7  Inrichting van het rivierenlandschap bron: basisboek de Geo 

Begrippen 
Video

 

Gemaal heeft sterke pompen die het water wegmalen.

 

Kribben zijn een soort stenen dammen die in de rivier liggen om de rivier op zijn plek te houden en te zorgen dat de vaargeul diep genoeg blijft.

 

Nevengeul is een extra afvoerkanaal in een rivier, te gebruiken bij hoogwater.

 

Rivierbedding is daar waar de rivier stroomt.

 

Uiterwaard is het gebied tussen de rivierbedding en de rivierdijk.

 

 

 

bottom of page